Kerngegevens per 1 januari

2017

2018

2019

Sociale structuur

Aantal inwoners

226.921

229.136

230.895

Inwoners < 20

45.712

45.826

46.085

Inwoners > 64 jaar

37.774

28.333

38.765

Inwoners 65 t/m 74 jaar

20.264

20.630

20.945

Inwoners 75-84 jaar

12.642

12.619

12.675

Inwoners 85 jaar e.o.

4.868

5.084

5.145

Aantal WW-uitkeringen

5.500

4.509

3.535

Aantal bijstandsgerechtigden WWB/Participatiewet1

7.075

6.869

6.712

Fysieke structuur

Oppervlakte gemeente (in ha)

8.887

8.892

8.895

Lengte wegen (in km)

938

938

938

Lengte waterwegen (in km)

123

123

123

Aantal woningen

106.873

109.089

110.820

Aantal bewoners per woning

2,12

2,10

2,10

% huurwoning

52

53

53

% eigen woning

48

47

47

1   Komt terug bij taakveld 6.3 als ‘aantal verstrekte uitkeringen’, echter per ultimo dienstjaar.

Algemene gegevens

2017

2018

2019

Personeel

Formatie in fte’s (incl. gemeenteraad en college van B&W)

1.788

1.824

1.830

Prijspeil

1 jan. 2017

1 jan. 2018

1 jan. 2019

Totaal personeelskosten (x €1.000)

146.429

155.193

165.924

De raad heeft naar aanleiding van de jaarrekening 2017 op 3 juli 2018 een motie aangenomen om de personeelskosten te maximeren op €140,8 miljoen. Dit bedrag betreft de realisatie over 2017 van de lasten van vast personeel, inhuur en overige lasten zoals flexibel belonen, verminderd met opbrengsten en doorbelasting naar projecten (zie opstelling op pagina 273 van de jaarrekening 2017). De bovengrens voor personeelslasten wordt  jaarlijks geactualiseerd op basis van autonome ontwikkelingen op het gebied van cao en pensioenpremies. Daarnaast is de bovengrens ook aan verandering onderhevig door autonome groei van bijvoorbeeld leges, parkeren, reisdocumenten en nieuwe beleidskeuzes. Voor 2019 komt de geactualiseerde bovengrens uit op €149,6 miljoen. Volgens de definitie van de motie ramen we in deze begroting €143,7 miljoen. De raming ligt nu €5,8 miljoen onder de bovengrens. Gedurende het jaar zullen er wegens ziekte of vertrek van medewerkers ten laste van deze ruimte nog aanvullende begrotingswijzigingen volgen.  

Bovengrens personeelskosten

2017

2018

2019

Personeelslasten vast en inhuur

165,6

Personeelslasten niet via salarissysteem (o.a. flexibel belonen)

0,0

Opbrengsten en doorbelasting naar projecten

-24,9

Bovengrens 2017

140,8

140,8

140,8

Stijging cao en pensioenpremies 2018

3,7

3,7

Bovengrens 2018

144,5

144,5

Stijging cao en pensioenpremies 2019

5,1

Bovengrens 2019

149,6

Personeelslasten vast en inhuur

165,9

Personeelslasten niet via salarissysteem (o.a. flexibel belonen)

1,0

Opbrengsten en doorbelasting naar projecten

-23,1

Totale raming personeelslasten conform motie

143,7

Ruimte tot bovengrens 2019

5,8

Rente

Omslagrente

2%

1,3%

1,15%

Rente grondexploitatie

2%

1,5%

1,5%

Rente IHP; bestaande kredieten

2,5%

1,13%

1,13%

Rente IHP; nieuwe kredieten

2,5%

2,5%

2,5%

Rente reserves / voorzieningen

2%

1.3%

1,15%

Prijsstijging voor:

Goederen en diensten

0,5%-0,75%

1%

1%

Subsidies vóór de decentralisaties

---

1,5%

1%

Subsidies WMO/Jeugd

---

2,9%

3%

Indexering inkomsten:

Tarieven, belastingen, rechten, overige

2%

2%

2%

Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen zijn middelen die de gemeente naar eigen inzicht mag besteden. Dit betreft onderstaande onderdelen.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen (x 1.000)

2019

2020

2021

2022

Lokale heffingen waarvan besteding niet gebonden is

OZB

72.035

72.035

72.035

72.035

Hondenbelasting

988

988

988

988

Precariorechten

1.039

1.039

1.039

1.039

Uitkeringen gemeentefonds

Gemeentefonds

462.799

461.339

458.986

456.352

Dividend

BNG

400

400

400

400

Eindhoven Airport

113

113

113

113

Essent

15

15

15

15

Saldo financieringsfunctie

Financieringsfunctie

-359

-394

-931

-1.176

Overige algemene dekkingsmiddelen

Rente eigen kapitaal

667

712

768

848

Rente belegde reserves en voorzieningen

2.123

2.115

2.175

2.220

Vennootschapsbelasting

pm

pm

pm

pm

Onvoorzien

227

227

227

227

Bij de lokale heffingen geldt een onderscheid tussen heffingen waarvan de besteding gebonden is en heffingen waarvan dat niet zo is. De belangrijkste niet-gebonden lokale heffing vormt de OZB en in beduidend mindere mate de hondenbelasting en precariorechten. De belangrijkste gebonden lokale heffingen zijn de afvalstoffenheffing, rioolrechten en de legesinkomsten.
De uitkeringen gemeentefonds zijn op basis van de meicirculaire 2018 opnieuw berekend en in de meerjarenbegroting 2019-2022 opgenomen. De weergegeven bedragen zijn inclusief de stelpost BCF-plafond.  Het saldo financieringsfunctie betreft het saldo van alle betaalde en ontvangen rente. Er wordt geen rente bijgeschreven op reserves en voorzieningen. Deze rente valt vrij ten gunste van de algemene middelen.
Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag van € 227.000 voor onvoorziene lasten opgenomen, voor niet begrote uitgaven die onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn (de 3 o’s).

Balansbeeld

Voor de berekening van de BBV-normen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risico's gaan we uit van onderstaande cijfers. De begroting 2018 is gewijzigd op basis van de realisatie 2017. In de begroting 2019 is onder meer het verwacht resultaat over 2018 verwerkt om een realistisch beeld van de indicatoren te kunnen schetsen. Omdat het resultaat over 2018 nog niet vast staat, is het nog niet meegenomen in andere bijlagen (zoals  reserves en voorzieningen en vaste activa).

Balans (x €1 miljoen)

R2016

R2017

GB2018

B2019

B2020

B2021

B2022

materiële vaste activa

639

649

686

726

746

761

771

financiële vaste activa (uitzettingen)

8

8

8

8

8

8

8

financiële vaste activa (doorleningen)

40

38

43

41

40

35

30

voorraden (NIEGG en BIE)

104

93

85

60

40

20

10

voorraden (overig)

7

7

7

7

7

7

7

vlottende activa overig

89

101

90

90

90

95

95

balanstotaal activa

887

895

919

932

931

926

921

eigen vermogen

185

178

148

155

162

169

176

voorzieningen

56

59

59

59

59

59

59

vaste schulden

435

436

476

515

520

515

515

kasgeldleningen

62

70

70

50

40

35

30

vlottende passiva overig

149

152

166

153

150

148

141

balanstotaal passiva

887

895

919

932

931

926

921

totale baten excl. reserves

839

843

855

864

864

864

864

(R = realisatie, GB = gewijzigde begroting, B = begroting)